Fioretti College Veghel

B3 Afronden

AFRONDEN
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Introduction

Je leert afronden en hoe dit bij het vak economie gebeurt.

Items in this lesson

AFRONDEN

Slide 1 - Slide

Hoe rond je af?
Als je een getal moet afronden, let dan alleen op het eerste cijfer dat je weglaat. Als dat cijfer lager is dan 5, rond je naar beneden af. Is dat cijfer 5 of hoger, rond je omhoog af. 

Slide 2 - Slide

voorbeeld 1
93 : 16 = 5,8125
 
Afgerond op twee cijfers achter de komma: 
93 : 16 = 5,81.
In dit geval laat je alle cijfers na de 1 weg, omdat het eerste getal na de 1 kleiner is dan 5.

Slide 3 - Slide

voorbeeld 2
62 : 9 = 6,888888... (een eindeloze reeks achten)
 
Afgerond op twee cijfers achter de komma:
62 : 9 = 6,89
In dit geval laat je alles na de tweede 8 weg. Omdat het eerstvolgende cijfer een 8 is, moet je het getal naar boven afronden.
 

Slide 4 - Slide

Afronden op één cijfer achter de komma.
5,579 wordt ...
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7

Slide 5 - Quiz

Afronden op twee cijfers achter de komma.
4,5799 wordt ...
A
4,57
B
4,59
C
4,56
D
4,58

Slide 6 - Quiz

Afronden op hele getallen.
15,49 wordt ...
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4

Slide 7 - Quiz

Afronden op één cijfer achter de komma.
5,549 wordt ...
A
5,4
B
5,6
C
5,5
D
6,0

Slide 8 - Quiz

Afronden op twee cijfers achter de komma.
4,5749 wordt ...
A
4,57
B
4,56
C
4,55
D
4,60

Slide 9 - Quiz

Rond af op 2 decimalen:

12,5498

Slide 10 - Open question

Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Slide 11 - Open question

Rond af op 1 decimaal:

164,0487

Slide 12 - Open question

Rond af op een heel getal:

89,823

Slide 13 - Open question

Rond 1,50274 af op één decimaal. Welk antwoord is juist?
A
1,4
B
1,5
C
1,49
D
1,50

Slide 14 - Quiz

Rond 1,496953 af op twee decimalen. Welk antwoord is juist?
A
1,49
B
1,50
C
1,51
D
1,497

Slide 15 - Quiz

Imke gaat koken. Ze heeft 850 gram rijst nodig. In één pakje zit 400 gram.
Hoeveel pakjes moet Imke kopen?
A
850 : 400 = 2,125 afgerond is dat 2
B
850 : 400 = 2,125 dus: 2,125
C
850 : 400 = 2,125 dus ik heb er 3 nodig
D
850 : 400 = 2,125 dus ik koop er 2,5

Slide 16 - Quiz